Serviceuitleg voor JA-186JK
Afstandsbediening JA-186J
Deze afstandsbediening is ondereel van het Jablotron Alarmsysteem. De afstandsbediening kan het systeem op afstand bedienen. De frequentie is instelbaar en derhalve kan deze afstandsbediening gebruikt worden om zowel de Jablotorn systemen op de 868,1 MHz band te bedienen en ook in de 433 MHz band (JA-60 systeem of UC-222 / 216 ontvangers). Bij lage batterijspanning zal de centrale dit doorgeven.
Schakelaar in de Jablotron centrale leren
In de centrale leert altijd een tweetal (een paar) toetsen - linker / rechter helft van de schakelaar, namelijk door tegelijk beide toetsen van het paar ingedrukt te houden. De centrale moet in de leermodus zijn. De juiste aanwijzingen vindt u in de installatiehandleiding van de Jablotron centrale.
Opmerkingen:
Als u de schakelaar uit het systeem wilt halen (bijv. bij verlies), wis die van het respectievelijke adres (adressen) in de centrale.
Natuurlijke reactie van het tweetal (het paar) toetsen is de wapening, ontwapening en oproeping van noodalarm (door beide toetsen tegelijk in te drukken). Als u voor de schakelaar in de centrale een andere reactie instelt, zal over deze reactie alleen de toets (of ) beschikken.
Als u beide paren van toetsen van één schakelaar op twee verschillende adressen in de centrale leert, dan kunt u door instelling van secties voor deze adressen bereiken dat één van de paren een gedeeltelijke bewaking of een zelfstandige sectie in het huis bedient (als het systeem opgedeeld is).
Als u in de centrale alleen één paar toetsen leert, kunnen de twee overige toetsen gebruikt worden voor bediening van andere apparaten m.b.v. JA-182N en JA-180N ontvangers, UC-216, etc. …
Toetsen van de schakelaar vergrendelen
De toetsen kunnen op slot gezet worden (geblokkeerd). Voor deze functie is goedkeuring vereist (vanuit de fabriek is het verboden). Zie meer over de goedkeuring van deze functie in Configuratie van de schakelaar.
De toetsen kunnen vergrendeld of ontgrendeld worden door willekeurige twee toetsen kruiselings ingedrukt te houden ( + of + ). Als de toetsen vergrendeld zijn, zal de schakelaar na het indrukken van de toetsen knipperen, maar geen signaal verzenden.
Noodalarm
Het noodalarm kan door het indrukken van één paar toetsen opgeroepen worden, + of + . De schakelaar kan voor de modus van noodalarm zo ingesteld worden, dat het ingeschakeld wordt door het indrukken van een willekeurige toets (dubbeldruk is niet nodig). Deze functie kan alleen voor het linkerdeel van de schakelaar ingesteld worden. Voor meer details zie Configuratie van de schakelaar.
Schakelaar met andere producten gebruiken
Naast de Jablotron centrale kan de schakelaar met andere Jablotron producten gebruikt worden, welke via het Jablotron protocol communiceren (bijv. relaisontvangers van de JA-182N en JA-180N series) en in de 433 MHz band via het JA-60 protocol (/UC-216, UC-222, CA-120x autoalarmen). U vindt details van de toepassing van de schakelaar steeds in de handleiding van het respectievelijke product. Informatie over de overschakeling naar de 433 MHz modus vindt u in de sectie Configuratie van de schakelaar.
Configuratie van de schakelaar
De schakelaar wordt geconfigureerd als volgt:
1. Druk en houd vast de toets (links beneden). De schakelaar zal als eerst eenmaal knipperen en even later zal het rode lichtje permanent oplichten.
2. Stel nu met de toets (links boven) de modus in, door herhaaldelijk in te drukken, volgens de tabel hierna.
3. Beëindig het instellen door de toets los te laten.
4. Het signaallichtje zal als bevestiging van de gekozen modus deze modus door knipperen aangeven. De modus wijzigt niet, ook niet bij het uitnemen van de batterij.
Vanuit de fabriek is de modus 5 ingesteld: men kan de toetsen niet vergrendelen, PANIC alleen door dubbel indrukken, beide paren zenden in de 868,1 MHz band
Batterij in de schakelaar vervangen
Een batterij met lage spanning wordt op de sleutelhanger zo aangegeven, dat na het indrukken van een toets het controlelichtje lang oplicht (standaardfunctie bij zending) en dan nog tweemaal kort knippert. De schakelaar blijft werken, maar zijn bereik wordt stapsgewijs korter. De indicatie stopt nadat een nieuwe batterij (type L1016) is ingezet. Een zwakke batterij wordt ook in de centrale van het beveiligingssysteem aangegeven (op het toetsenpaneel, door communicator). De schakelaar gaat open na het uitdraaien van de schroef achter.
Een opgebruikte batterij niet bij het huisvuil doen, maar met chemisch afval verwijderen.
Technische parameters
Voeding alkalische batterij type L1016 (6,0 V / 58 mAh)
(Bron type C cf. CSN EN 50131-6)
Typische levensduur batterij is ca 4 jaar (5 activeringen / dag)
Communicatieband 868,1 MHz / 433, 92 MHz
Communicatiebereik ca 30 m (directe zichtbaarheid)
Omgeving conform CSN EN 50131-1 II. binnen, algemeen
Bereik werktemperaturen -10 t/m +40 °C
Afmetingen, gewicht 70 x 34 x 18mm, 20 g
Classificatie conform CSN EN 50131-1 graad 2
Voorwaarden voor exploitatie CTÚ VO-R/10/06.2009-9
Voldoen aan voorwaarden van CSN ETSI EN 300220,
CSN EN 50130-4, CSN EN 55022, CSN EN 60950-1
Schakelaar in de Jablotron centrale leren
In de centrale leert altijd een tweetal (een paar) toetsen - linker / rechter helft van de schakelaar, namelijk door tegelijk beide toetsen van het paar ingedrukt te houden. De centrale moet in de leermodus zijn. De juiste aanwijzingen vindt u in de installatiehandleiding van de Jablotron centrale.
Opmerkingen:
Als u de schakelaar uit het systeem wilt halen (bijv. bij verlies), wis die van het respectievelijke adres (adressen) in de centrale.
Natuurlijke reactie van het tweetal (het paar) toetsen is de wapening, ontwapening en oproeping van noodalarm (door beide toetsen tegelijk in te drukken). Als u voor de schakelaar in de centrale een andere reactie instelt, zal over deze reactie alleen de toets (of ) beschikken.
Als u beide paren van toetsen van één schakelaar op twee verschillende adressen in de centrale leert, dan kunt u door instelling van secties voor deze adressen bereiken dat één van de paren een gedeeltelijke bewaking of een zelfstandige sectie in het huis bedient (als het systeem opgedeeld is).
Als u in de centrale alleen één paar toetsen leert, kunnen de twee overige toetsen gebruikt worden voor bediening van andere apparaten m.b.v. JA-182N en JA-180N ontvangers, UC-216, etc. …
Toetsen van de schakelaar vergrendelen
De toetsen kunnen op slot gezet worden (geblokkeerd). Voor deze functie is goedkeuring vereist (vanuit de fabriek is het verboden). Zie meer over de goedkeuring van deze functie in Configuratie van de schakelaar.
De toetsen kunnen vergrendeld of ontgrendeld worden door willekeurige twee toetsen kruiselings ingedrukt te houden ( + of + ). Als de toetsen vergrendeld zijn, zal de schakelaar na het indrukken van de toetsen knipperen, maar geen signaal verzenden.
Noodalarm
Het noodalarm kan door het indrukken van één paar toetsen opgeroepen worden, + of + . De schakelaar kan voor de modus van noodalarm zo ingesteld worden, dat het ingeschakeld wordt door het indrukken van een willekeurige toets (dubbeldruk is niet nodig). Deze functie kan alleen voor het linkerdeel van de schakelaar ingesteld worden. Voor meer details zie Configuratie van de schakelaar.
Schakelaar met andere producten gebruiken
Naast de Jablotron centrale kan de schakelaar met andere Jablotron producten gebruikt worden, welke via het Jablotron protocol communiceren (bijv. relaisontvangers van de JA-182N en JA-180N series) en in de 433 MHz band via het JA-60 protocol (/UC-216, UC-222, CA-120x autoalarmen). U vindt details van de toepassing van de schakelaar steeds in de handleiding van het respectievelijke product. Informatie over de overschakeling naar de 433 MHz modus vindt u in de sectie Configuratie van de schakelaar.
Configuratie van de schakelaar
De schakelaar wordt geconfigureerd als volgt:
1. Druk en houd vast de toets (links beneden). De schakelaar zal als eerst eenmaal knipperen en even later zal het rode lichtje permanent oplichten.
2. Stel nu met de toets (links boven) de modus in, door herhaaldelijk in te drukken, volgens de tabel hierna.
3. Beëindig het instellen door de toets los te laten.
4. Het signaallichtje zal als bevestiging van de gekozen modus deze modus door knipperen aangeven. De modus wijzigt niet, ook niet bij het uitnemen van de batterij.
Vanuit de fabriek is de modus 5 ingesteld: men kan de toetsen niet vergrendelen, PANIC alleen door dubbel indrukken, beide paren zenden in de 868,1 MHz band
Batterij in de schakelaar vervangen
Een batterij met lage spanning wordt op de sleutelhanger zo aangegeven, dat na het indrukken van een toets het controlelichtje lang oplicht (standaardfunctie bij zending) en dan nog tweemaal kort knippert. De schakelaar blijft werken, maar zijn bereik wordt stapsgewijs korter. De indicatie stopt nadat een nieuwe batterij (type L1016) is ingezet. Een zwakke batterij wordt ook in de centrale van het beveiligingssysteem aangegeven (op het toetsenpaneel, door communicator). De schakelaar gaat open na het uitdraaien van de schroef achter.
Een opgebruikte batterij niet bij het huisvuil doen, maar met chemisch afval verwijderen.
Technische parameters
Voeding alkalische batterij type L1016 (6,0 V / 58 mAh)
(Bron type C cf. CSN EN 50131-6)
Typische levensduur batterij is ca 4 jaar (5 activeringen / dag)
Communicatieband 868,1 MHz / 433, 92 MHz
Communicatiebereik ca 30 m (directe zichtbaarheid)
Omgeving conform CSN EN 50131-1 II. binnen, algemeen
Bereik werktemperaturen -10 t/m +40 °C
Afmetingen, gewicht 70 x 34 x 18mm, 20 g
Classificatie conform CSN EN 50131-1 graad 2
Voorwaarden voor exploitatie CTÚ VO-R/10/06.2009-9
Voldoen aan voorwaarden van CSN ETSI EN 300220,
CSN EN 50130-4, CSN EN 55022, CSN EN 60950-1